-
1 évaporer
-
2 vanish
-
3 envoler
envoler (s') [ãvollee]〈 werkwoord〉♦voorbeelden:¶ ses illusions s'envolent • zijn, haar illusies gaan in rook ople temps s'envole • de tijd vliegt→ parole -
4 fly
adj. uitgeslapen, uitgekookt (slang)--------n. vlieg; flap; vlucht; gulp (van de broek); tent opening--------v. vliegen (vogel); vliegen (vliegtuig); besturen v.e. vliegtuig; laten vliegen; wegvluchten; wegrennen; snel voorbijgaan; laten waaien; waaien; overstekenfly1[ flaj] 〈→ Sporttermen: RugbySporttermen: Rugby/〉I 〈telbaar zelfstandig naamwoord; meervoud: flies〉1 vlieg3 〈 in samenstellingen〉gevleugeld/vliegachtig insect♦voorbeelden:not harm/hurt a fly • geen vlieg kwaad doen4 your fly is undone! • je gulp staat open!a fly on the wall • een spion→ Spanish Spanish/♦voorbeelden:————————fly2————————fly33 〈 benaming voor〉 zich snel voortbewegen ⇒ vliegen, (voorbij)snellen; vluchten; omvliegen, vervliegen 〈 van tijd〉; wegvliegen 〈 van geld〉; verdwijnen, optrekken 〈 van mist〉; uit elkaar springen, alle kanten op vliegen 〈 van glas〉♦voorbeelden:fly in/out • aankomen/vertrekken per vliegtuigfly past • (in formatie) over/voorbij vliegenfly to the help of someone • iemand te hulp snellenmake the money fly • met geld smijtentime flies (like an arrow) • de tijd vliegtlet fly • (af)schieten/vuren; laten schieten〈 informeel〉 we're very late, we must fly • we zijn erg laat, we moeten rennenthe door flew open • de deur werd plotseling geopendfly into a rage/passion/temper • in woede ontstekenthe glass flew to bits/into pieces • het glas spatte in stukjes uiteenthe child flew towards its father • het kind vloog zijn vader tegemoetfly upon someone • iemand aanvliegenshe's flying high • het gaat haar voor de windII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
5 do a bunk
(Slang) er tussen uitknijpen, 'm smeren, snel verdwijnen; vluchten (bv. "Tom smeerde hem via de ramen van de zitkamer van Diana toen haar ouders plotseling arriveerden")ertussenuit knijpen, 'm smeren -
6 weggaan
2 [ontslag nemen] leave3 [verdwijnen] go away4 [verkocht worden] sell♦voorbeelden:plotseling weggaan • leave abruptlybij zijn vrouw weggaan • leave one's wifeweggaan zonder te betalen • leave without payingga weg! • go away!, get lost!; 〈 uiting van verbazing〉 you don't say, you're kiddingweggaan bij een firma • leave a companyde vlek gaat snel weg uit de jurk • the stain is coming off/will come off quickly from the dressweggaan voor een krats • sell for a mere song/for peanuts -
7 Versenkung
Versenkung〈v.; Versenkung, Versenkungen〉2 concentratie, meditatie3 〈 dramaturgie〉deel van het toneel, podium dat men kan laten zakken♦voorbeelden: -
8 zerstieben
zerstieben♦voorbeelden:
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский